zaterdag 5 maart 2016

Isla Martha en Isla Magdalena penguin colony



Na de ietwat verontrustende weerberichten met stormwaarschuwingen tot 8 en 9 beaufort, zijn we blij dat het weer blijkbaar vrij kalm is als we om half zes opstaan voor onze excursie naar 2 eilanden in de straat van Magellaen. Op deze eilanden wonen tienduizenden zeevogels, zeeleeuwen en pinguins.
Het is nog half donker als we te voet door de verlaten straten van Punta Arenas wandelen. We zijn goed ingeduffeld want we zijn hier echt aan het einde van de wereld en dat voel je toch wel.
Als we aan het kantoortje van Solo Expediciones aankomen wordt al snel duidelijk dat we niet alleen zijn. De tour is volledig volboekt en ze hebben zelfs hun grotere boot moeten inzetten. Dat betekent zo'n 65 medevaarders. Eerst gaat het in een paar busjes in een half uur naar de aanlegsteiger waar het heel robuust uitziende vaartuig op ons ligt te wachten. Daar waait het toch al stevig, al is het water vrij vlak. We worden allemaal aan boord geholpen, en krijgen allemaal een reddingsvest om.
De vaart naar het eerste eiland duurt zo'n 40 minuten. Isla Martha is een reservaat waar geen mensen mogen komen, en dus dobberen we met de boot tot vlak voor de kust. Het eiland wordt bewoond door wel een kwart miljoen (!) aalscholvers, en verschillende families zeeleeuwen. De uitwerpselen van de vogels en de zeeleeuwen vormen een indringende stank die duidelijk tot op de boot te ruiken is. De zeeleeuwen maken bovendien redelijk wat kabaal, en sommigen komen nieuwsgierig naast de boot zwemmen. Het is een machtig schouwspel.
Daarna zetten we koers naar isla Magdalena, waar een grote kolonie van Magelaan-pinguins zijn thuis heeft. Hier mogen we wel aan land gaan, en een uurtje rondlopen op het eiland, weliswaar tussen afgebakende paden om de nesten niet te verstoren.
Het is al laat op het seizoen, en dus zijn al een heleboel dieren richting zee vertrokken, maar toch zijn er nog een groot aantal, vooral jonge pinguïns aanwezig. De dieren blijken zich van onze aanwezigheid absoluut niets aan te trekken. Zelfs als ze in hun hol zitten, op een meter van het pad, kijken ze eens ongeïnteresseerd, en doen dan alsof er niets aan de hand is.
We zijn echter nog maar pas aangemeerd of de wind komt plots sterk opzetten. Zo sterk dat we halverwege het pad naar de vuurtoren die in het midden van het eiland staat, al moeite hebben om recht te blijven staan. Omdat het eiland uit zand en rots bestaat, worden we echt gezandstraald.
De storm die voorspeld was, blijkt dan toch aangekomen te zijn. De gids gebaart dat we sneller naar de boot terug moeten omdat de zee ruwer aan het worden is.
Terug op de boot kiezen we direct terug het ruime sop. Sop is er zeker want er zijn nu al serieus wat witte koppen op de steeds hoger wordende golven te zien. De schipper zet zich schrap en loodst ons terug richting wal, hetgeen een uur gaat duren. De boot gaat soms onstuimig op en neer, en de helft van de passagiers hangt na een tijdje aan de achterreling, alle tinten van groen en grijs op het gezicht.
Na een uurtje meren we terug aan, flink uitgewaaid en weer een mooie herinnering rijker.



1 opmerking:

  1. Wie iets prachtig wil zien, moet blijkbaar kunnen afzien. Maar het ziet er wel meer dan de moeite uit.
    Grtz, Willy

    BeantwoordenVerwijderen